Wanneer ik met mensen praat over boeken, dan stel ik standaard deze vraag: hoe weet je of je een goed boek aan het lezen bent? Bijna iedereen antwoordt daarop: als ik niet kan stoppen met lezen. Maar wat zorgt er nu voor dat een lezer van geen ophouden weet? Wat maakt een verhaal met andere woorden eigenlijk spannend? In deze blog krijg je alvast drie keukengeheimen uit de praktijk van een geoefende thrillerauteur.
Is het jou wel eens overkomen dat je een boek in 1 ruk hebt uitgelezen? Onlangs hoorde ik nog een geestig verhaal van een lezeres over zo’n ervaring. Ze zat geplaagd met een hernia in haar nek en kon haar hoofd amper oprichten zonder stekende pijn te krijgen in haar nek. Van de nood een deugd makend, was ze dan maar beginnen lezen in een detectiveroman van Robert Galbraith, een pseudoniem van J.K. Rowling. Waar de dame zich in het begin echt zorgen maakte over haar nekpijn, was ze met het boek voor haar neus echter heel blij dat ze haar hoofd niet kon oprichten. Want ze wilde gewoon niet meer stoppen met lezen. Het was gewoon te spannend. Het liefste wilde ze de hele nacht opblijven om te weten hoe het zou aflopen. En weet je wat: dat heeft ze dan ook gedaan. Ze las het boek uit in goed 30 uur, aan één stuk door.
Als je een lezer zo triggert, dan weet je dat je als schrijver goed je best hebt gedaan. Maar hoe doe je dat? Wel: hier zijn een 3 vuistregels die ik zelf altijd gebruik bij het schrijven van een spannend verhaal. En hoe kan je dat beter oefenen dan met het maken van een kortverhaal?
Spannende tip 1: Plaats de lezer middenin de actie
Zorg ervoor dat je zo schrijft dat de lezer zich de hele tijd voelt als een bevoorrechte getuige. Iemand die op de eerste rij zit terwijl er dingen gebeuren waar niemand anders weet van heeft. Dat doe je door heel veel aandacht te besteden aan goede beschrijvingen van wat er gebeurt in het verhaal, zodat mensen het zich eigenlijk levendig kunnen voorstellen. Zorg ervoor dat je daarbij niet alleen oog hebt voor alle mogelijk visuele, laten we zeggen “feitelijke” informatie. Hou er bovendien rekening mee dat niet alleen de ogen zintuigelijke indrukken verwerken: ook wat de neus, de oren en de huid waarnemen, is van groot belang om een compleet beeld kunnen vormen in zo’n situatie.
Spannende tip 2: Kies een duidelijke inzet voor de hoofdpersonages
Als je wil dat mensen meeleven met je verhaal, moet je er in de eerste plaats natuurlijk voor zorgen dat ze zich kunnen vereenzelvigen met één van je hoofdpersonages. Dat kan omdat ze zich bijvoorbeeld herkennen in een personage, maar ook wanneer ze hem of haar gewoon sympathiek vinden, zullen lezers willen dat het goed voor hem/haar afloopt. Naast herkenbaarheid is er echter nog een tweede belangrijke reden waarom mensen graag verder lezen: de inzet van het verhaal. Het hoofdpersonage moet met andere woorden een heel concreet, tastbaar doel of belang hebben. Zijn/haar leven moet er eigenlijk van afhangen. Waar herkenbaarheid medeleven creëert van de lezer met het hoofdpersonage, zorgt de inzet voor de brandstof van de relatie. De lezer wil immers dat het hoofdpersonage zijn/haar doel bereikt en zal zo snel mogelijk willen weten of het er daadwerkelijk van komt.
Spannende tip 3: Zorg voor genoeg onzekerheid
En daarmee zijn we meteen bij het volgende element dat zorgt voor verscherpte aandacht van de lezer: nieuwsgierigheid. Die wordt vooral gevoed door de drang van een lezer om nieuwe informatie te ontdekken. Voor de schrijver betekent het dat hij of zij moet weerstaan aan de drang om alles wat geschreven staat uitvoerig te verklaren en logisch te maken. Er moeten met andere woorden op gestelde tijdstippen gaten vallen in de informatie die ter beschikking van de lezer staat. Je moet als schrijver een wreed spelletje durven spelen met je lezer en heel bewust beslissen welke informatie je wanneer wil lossen. Een heel eenvoudig trukje dat je daarvoor kan toepassen is bijvoorbeeld een scène of een gebeurtenis helemaal uitschrijven, maar ze vervolgens in twee knippen op een moment dat de verhoudingen tussen de personages in een scène ineens omkeren. Tussen de twee delen van de scène, plaats je vervolgens een andere gebeurtenis of situatie, zodat de lezer zijn/haar concentratie ergens anders moet leggen ineens.
Heb je zin om hier een hele dag oefeningen en tips over te krijgen: kom dan naar ons schrijverslabo kortverhalen maken op 15/5!